Gebruiksvoorwaarden kerkgebouw

Aanvullende voorwaarden
  1. In het kerkgebouw mogen 200 personen gelijktijd aanwezig zijn, inclusief dienst doende kerkenraadsleden en/of leidinggevende. Er zijn 140 vaste zitplaatsen
  2. Het gang pad dient over de volle breedte vrij te blijven er mogen geen losse stoelen worden geplaatst.
  3. Het bij plaatsen van stoelen mag alleen in het koorgedeelte.
  4. Bij aanwezigheid van meer dan 100 personen dient de zijdeur te worden vrij gehouden over de volle breedte van de deur zodat kan worden geopend. En de deur mag niet op slot zijn.
  5. Bij aanwezigheid van meer dan 100 personen moet de deuren van de toren geopend blijven.
  6. Activiteiten in overeenstemming met de traditie van het gebouw, denk hierbij  aan reportoire en inhoud bij concerten, samenkomsten en exposities. Dit ter beoordeling van het college van kerkrentmeesters.
  7. Geen rijst en bloemblaadjes uitstrooien.
  8. Geen grote decorstukken en kerststallen met stro/hooi.
  9. Versieringen alleen in overleg met de koster en/of het college van kerkrentmeesters.
  10. Het nuttigen van mee gebracht eten en drinken is niet toegestaan.
  11. Schoon opleveren van het kerkgebouw na een activiteit. (bijvoorbeeld ingebrachte decorstukken)
  12. Indien er meer dan 50 personen gelijktijdig verblijven, dienen lampen te branden van zodanige sterkte dat een redelijke oriëntering mogelijk is
  13. Het gebruik van andere dan elektrische verlichting is verboden.
  14. Kaarsen moeten op stabiele en degelijke, niet gemakkelijk ontvlambare, standaards zijn vastgezet
  15. De aanwezige brandslanghaspels en handblusapparaten dienen op zodanige wijze te zijn geplaatst dat daardoor het onmiddellijk gebruik of de zichtbaarheid ervan niet wordt belemmerd.
  16. Uitgangen en vluchtwegen: De nooduitgangsdeur mag bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend zodanig zijn gesloten, dat de uitgangsdeur van binnen uit ogenblikkelijk over de minimaal vereiste breedte kan worden geopend zonder dat hiertoe gebruik moet worden gemaakt van een sleutel of een ander los voorwerp.
  17. Kabels en snoeren moeten in geval deze in de vluchtwegen over de vloer moeten lopen met goede plakstrips worden vastgeplakt en wel zodanig dat struikelen en/of vallen wordt voorkomen.
  18. Aangebrachte versiering mag niet van gemakkelijk ontvlambaar materiaal zijn gemaakt, of moeten brandwerend worden geïmpregneerd
  19. Met brandbaar gas gevulde ballonnen mogen niet aanwezig zijn.
Doorlopend toezicht
  1. Gedurende de tijd dat personen in het bouwwerk aanwezig zijn, moet een voor de naleving van de eisen van de gebruiksvergunning verantwoordelijk persoon aanwezig zijn die de aanwijzingen van de met controle belaste ambtenaren op eerste aanzegging uitvoert of doet uitvoeren.